Door Rob van Leeuwen.
Vooral sinds de zelfdoding van mijn oudste zoon denk ik vaak over leven na de dood. Bestaat dat? En in welke hoedanigheid dan? Is er een hiernamaals? Is er een plaats waar de zielen vandaan komen en naar terugkeren? Uiteraard weet ik daar het antwoord niet op. En dat weet niemand. Je kunt dit een geloof noemen. En wat is de definitie van “geloof”? Waarom noemt men dit “geloof”? In mijn ogen heel simpel, omdat het nooit te bewijzen is. Je kunt en mag van alles geloven, maar claim niet dat je daarmee de “waarheid” kent. Maar wat is waarheid? Hoe kun je deze definiëren?
Op internet vond ik het volgende: “Waarheid is het in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. In dagelijks taalgebruik wordt ‘waarheid’ in de eerste plaats toegeschreven aan overtuigingen, uitspraken en theorieën. Waarheid kan echter ook worden toegeschreven aan een levenshouding, ethiek of politiek systeem.”
Voordat ik dit vond, was mijn visie dus al soortgelijk. “Overtuigingen (geloof), uitspraken en theorieën” zijn feitelijk “meningen”. De waarheid is dus niet meer dan een “mening”. Hiermee bestaat “de” waarheid dus niet. Er is niet één waarheid. Er zijn net zoveel waarheden als dat er bewustzijn in aantallen zijn. Acht miljard keer een bewustzijn, acht miljard keer een waarheid. Een mening kan gedeeld worden, “een” waarheid dus ook. Of niet.
Terug naar waar ik begon. Leven onze overleden dierbaren ergens voort? En waarom is dat voor ons zo belangrijk om te geloven? Is het niet voldoende om te bedenken dat ze geen pijn meer hebben? Is dat alleen al niet een soort hemel voor ze? Of beter gezegd, een soort hemel voor ons?
Waarom willen we perse onsterfelijk zijn? We beseffen dat ons lichaam slechts tijdelijk bestaat. Maar omdat we dit al moeilijk kunnen accepteren, verzinnen we iets waardoor we toch onsterfelijk worden, namelijk onze ziel. En hoe zou dit dan moeten werken? Reïncarneert een ziel? En zo ja, kan dat ook in een dier zijn of bloem of boom? En zo niet, is er een onuitputtelijke voorraad zielen in “The Guf”?
“The Guf” speelt een belangrijke rol in de uit 1988 stammende film The Seventh Sign. Het slaat op een plaats geleend uit het Joods mysticisme. De Guf is een plaats waar zielen zich bevinden voor de geboorte. In The Seventh Sign dreigt deze leeg te raken. Wanneer dit gebeurt, zal de eerste mens zonder ziel worden geboren en daarmee het einde van de wereld inleiden. De zich als pastoor Lucci voordoende Romeinse centurio Cartaphilus, wil tegengaan dat de zwangere Abby dit voorkomt. Hij bood Jezus bijna 2000 jaar daarvoor geen hulp tijdens zijn tocht naar de Golgotha. Daarom werd hij vervloekt om de aarde te bewandelen totdat deze zou vergaan, wat hij sindsdien gedaan heeft. Cartaphilus verkiest het opgaan in het niets wanneer de wereld vergaat, boven nog langer in deze wereld leven.
Cartaphilus wil zijn vloek van het eeuwige leven verbreken door het einde der tijden te laten gebeuren. Dat betekent dat de baby van Abby geboren moet worden zodat deze zielloos ter wereld komt en daarmee de profetie van de Apocalyps waarheid wordt. Deze vloek op Cartaphilus is overigens door Jezus over hem uitsproken toen een jonge vrouw tijdens de tocht van Jezus naar zijn kruisiging, hem wilde helpen door hem iets te drinken te geven. Carthaphilus verhinderde dat echter en wuifde de vrouw weg en pijnigde Jezus nog meer en maande hem door te lopen. Waarop Jezus zei: “Je zult lang moeten wachten tot je me weer gaat ontmoeten”.
De zwangere Abby wil heel graag moeder worden maar heeft inmiddels begrepen dat de wereld al bijna aan het vergaan is. De tekenen waren immers al duidelijk aanwezig. Op haar kraambed doen de artsen alles om haar baby te redden, maar diens hartslag stopt. Op dat moment krijgt Abby een visioen en beseft dat ze de reïncarnatie is van Seraphia, de vrouw die Jezus op zijn laatste tocht wilde troosten en te drinken geven, maar zich weg liet sturen door Cartaphilus.
Op dat moment reikt Abby uit naar haar baby, die plots herleeft en haar vinger vastpakt. Abby sterft en redt daarmee haar kind door haar ziel beschikbaar te stellen. En hiermee redt ze de hele mensheid omdat ze de Apocalyps zo heeft voorkomen. Haar liefde voor haar baby (en voor Jezus) was groter dan de liefde voor haar eigen leven…
Soms moet ik aan mijn overleden zoon Rutger denken bij zoiets. Hij zou een Sterrekind geweest kunnen zijn. Een engel. Iemand die andermans geluk boven dat van zichzelf plaatste. Hij zou nog eerder zelf sterven dan een dierbare in gevaar brengen.
Na zijn dood hoorde ik van zijn vriendin dat Rutger dacht dat ik wel eens zelf uit het leven zou kunnen stappen omdat het zo slecht met me ging. Rutger had mij op mijn slechtst gezien, iets dat ik perse niet wilde laten gebeuren, maar niet meer kon verbergen.
En oh wat ging het slecht met Rutger, vooral het laatste halve jaar van zijn leven. Waarom liet hij mij niet weten dat het zó slecht met hem ging? Dat hij de laatste maanden of weken van zijn leven mogelijk aan zelfdoding dacht? Een van de redenen zou kunnen zijn dat hij mij zijn leed en strijd wilde besparen, denkende dat ik die wetenschap niet zou gaan overleven.
Een verschrikkelijke gedachte voor mij, maar kon zijn liefde nog groter zijn dan dit?
Onvoorwaardelijk en eeuwig…
Mijn dochter had als klein meisje een favoriet leesboekje “de sterrekindjes”. Ik heb nooit in het hiernamaals geloofd, maar ik vraag me nu soms af of zij toen al dacht dat ze een sterrekindje zou worden. Zij heeft in haar gedachte haar leven ook opgeofferd.